braderie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  braderie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bra·de·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘markt’ voor het eerst aangetroffen in 1948 [1]
  • afgeleid van braderij
  • Naamwoord van handeling van braden met het achtervoegsel -erie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord braderie braderieën
verkleinwoord braderietje braderietjes

Zelfstandig naamwoord

debraderiev

  1. een jaarmarkt, waarin alle deelnemende winkeliers in een stalletje buiten op straat iets speciaals verkopen
    • We zijn gisteren naar de braderie geweest. 

Gangbaarheid

  • Het woord braderie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.