braguette

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbʁaˈgεdə /
Woordafbreking
  • bra·gu·et·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de verkleinvorm van het Franse zelfstandige naamwoord brague (= wijde broeken)
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   braguette     braguetten     braguetter
ook: braguettes  		   braguetterne  
genitief   braguettes     braguettens     braguetters
ook: braguettes'  		   braguetternes  

Zelfstandig naamwoord

braguette, g

  1. (kleding) braguette, codpiece, schaambuidel, schaamkap, kulzak, kullezak
Synoniemen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / bʁa.ɡɛt/
Woordafbreking
  • bra·guette
Woordherkomst en -opbouw
  • Verkleinvorm van het Franse zelfstandige naamwoord brague met het achtervoegsel -ette
  • Het woord brague of braies is ontleend aan Gallo-Romaans bracca, braca "een type broek met rijgkoord" (verwant aan Nederlands broek).

Zelfstandig naamwoord

braguette v

  1. (kleding) gulp
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.