breier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  breier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brei·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van breien met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord breier breiers
verkleinwoord breiertje breiertjes

Zelfstandig naamwoord

debreierm [1]

  1. iemand die breit
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord breier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.