breur
Bretons
Uitspraak
- IPA: /ˈbrøːr/
Zelfstandig naamwoord
breur m
Achterhoeks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breur | breurs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
breur
Nedersaksisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Oudsaksische brōthar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breur | breurs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
breur
Schrijfwijzen
|
|
|
Synoniemen
- Bröörmann
Antoniemen
Twents
Zelfstandig naamwoord
breur
Veluws
Zelfstandig naamwoord
breur
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.