breur

Bretons

Uitspraak
  • IPA: /ˈbrøːr/

Zelfstandig naamwoord

breur m

  1. (familie) broer

Achterhoeks

enkelvoud meervoud
naamwoord breur breurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

breur

  1. (familie) broer; een mannelijk kind van dezelfde ouders

Nedersaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudsaksische brōthar
enkelvoud meervoud
naamwoord breur breurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

breur

  1. (familie) broer; een mannelijk kind van dezelfde ouders
Schrijfwijzen
  • Braier
  • Bräoer
  • Brauder
  • Brauer
  • Breoer
  • Brewwer
  • Broder
  • Broer
  • Broier
  • Brooder
  • Broor
  • Bröör
  • Brüder
  • Bruer
  • Brüür
Synoniemen
  • Bröörmann
Antoniemen

Twents

Zelfstandig naamwoord

breur

  1. (familie) broer; een mannelijk kind van dezelfde ouders

Veluws

Zelfstandig naamwoord

breur

  1. (familie) broer; een mannelijk kind van dezelfde ouders
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.