bribi

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bribi    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbribi/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bri·bi
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bribi


onvolledig

Werkwoord

bribi

  1. (straattaal) geloven
     Jij gaf mij die firi, kan 't niet bribi, girl[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'bribi' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Broederliefde
    “Firi” (2021) op songteksten.nl

Surinaams

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbɾibi/
Woordafbreking
  • bri·bi
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

bribi

  1.  vermoeden ww ,  geloven ww 
  2.  vertrouwen ww ,  geloven ww 
  3. (religie)  geloven ww 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [3]  bribrisma zn 

Zelfstandig naamwoord

bribi

  1.  geloof zn ,  overtuiging zn ,  vertrouwen zn 
  2. (religie)  geloof zn 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.