broche

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  broche    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bro·che
Woordherkomst en -opbouw

uit het Frans

enkelvoud meervoud
naamwoord broche broches
verkleinwoord brocheje
brochetje
brochejes
brochetjes

Zelfstandig naamwoord

debrochev/m

  1. sierspeld voor op jurk of bloes
    • „Deze broche is vintage, ik koop graag tweedehands, ook kleren.[1] 
     Rond de in stijl overbeladen kersttafel in het appartement van oudoom Sverre ging het gesprek om te beginnen, dat was bijna onvermijdelijk, over kerst tegenwoordig en vroeger, over hoe de bedienden dapper hadden verdragen dat ze met de kerst moesten werken tegen een geringe vergoeding in de vorm van een niet al te eenvoudig kerstcadeau, een handtas, een zilveren armband, een vergulde broche.[2]
    •  

Gangbaarheid

  • Het woord broche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Willem Kaldenbach NRC 17 januari 2015
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  broche     la broche     broches     les broches  

Zelfstandig naamwoord

broche v

  1. spindel m
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.