bronchie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bronchie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɔnxi / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- bron·chie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bronchie | bronchiën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bronchie
- (anatomie) kanaal met kraakbenige, elastische en vlezige wanden, waardoor de longen contact hebben met de buitenlucht
Synoniemen
- longpijptak, luchtpijptak
Afgeleide begrippen
- bronchiaal, bronchitis, bronchografie, bronchologie, bronchoscoop, bronchoscopie
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord 'bronchie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.