brugger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brugger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brug·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van brug met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord brugger bruggers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debruggerm

  1. (onderwijs) brugklasser

Gangbaarheid

  • Het woord brugger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.