bryllup
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈbɾylʉp /
Woordafbreking
- brul·lyp
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Oudnoordse woorden brúdhlaup zn , brúdlaup zn , brullaup zn en bryllaup zn
Naar frequentie | 2163 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bryllup | bryllupet | bryllup brylluper |
bryllupa bryllupene |
genitief | bryllups | bryllupets | bryllups bryllupers |
bryllupas bryllupenes |
Zelfstandig naamwoord
bryllup, o
- (maatschappij) bruiloft
- (typografie) een foutje in de gedrukte tekst, omdat de zetter één of meerdere woorden tweemaal achter elkaar heeft gezet
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: holde bryllup
bruiloft houden, trouwen
Opmerkingen
Zelfstandig naamwoord
bryllup
Schrijfwijzen
- brylluper zn
Opmerkingen
- Nynorsk: bryllaup zn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.