budgettair

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  budgettair    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bud·get·tair
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse budgétaire met het achtervoegsel -air
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen budgettairbudgettairderbudgettairst
verbogen budgettairebudgettairderebudgettairste
partitief budgettairsbudgettairders-

Bijvoeglijk naamwoord

budgettair

  1. met betrekking tot een budget, begroting
    • Vooral West-Europa en Japan voelen nu al de economische en budgettaire gevolgen van een vergrijzende bevolking. [1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord budgettair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Miljoenennota 2012
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.