budiž

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bʊɟɪʃ/
Woordafbreking
  • bu·diž
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van buď en het voegwoord že

Werkwoord

budiž

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord být: wees
Synoniemen
Verwante begrippen
  • buďtež

Partikel

budiž

  1. ja, oké, goed; toegeving uitdrukkend
    «Chceš jet na výlet? Tak tedy budiž
    Wil je een uitstapje maken? Oké dan.
  2. ja, oké, goed; overtuiging uitdrukkend
    «Mohu jít s vámi? – Budiž
    Mag ik met jullie mee? – Ja.
Synoniemen
  1. třebas, buďsi, klidně (bw.), dobrá, dobře (bw.)
  2. ano, jistě (bw.), beze všeho, jo, hm, jasně (bw.)
Antoniemen
  • ne, ani nápad
  • ne, ani nápad
Verwante begrippen
  • budižkničemu

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.