buigt af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buigt af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbœyxt ˈɑf/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • buigt af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbuigen

buigt (…) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbuigen
    • Jij buigt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbuigen
    • Hij buigt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbuigen
    • Buigt af! 
     Na jarenlange discussie hakte de provincie eind vorig jaar de knoop door: de rondweg om Zenderen komt langs de A1/A35 te liggen, buigt dan af bij knooppunt Azelo, om vervolgens de Haar-es bij Bornerbroek te doorsnijden. Kosten: ruim 50 miljoen euro.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord buigt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Henk Bouwhuis
    “Explosief document sterkt vermoedens Bornerbroek: ‘Zie je wel, de rondweg om Zenderen is doorgestoken kaart’” (29-06-2022), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.