buikig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bui·kig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van buik met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen buikigbuikigerbuikigst
verbogen buikigebuikigerebuikigste
partitief buikigsbuikigers-

Bijvoeglijk naamwoord

buikig [1]

  1. lijkend op een buik, buikvormig
  2. zwaarlijvig, dik
Afgeleide begrippen
  • buikigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord buikig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.