buikspraak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikspraak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • buik·spraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buikspraak -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debuikspraakv/m

  1. (kunst) de kunst van het buikspreken
    • Hij stelde bijvoorbeeld een blaffende hond voor met zijn vingers en bootste het geblaf na met buikspraak. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'buikspraak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.