bunk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bunk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bunk
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bunk | bunks |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bunk m
- slaapplaats in schip of trein
Gangbaarheid
- Het woord bunk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.