burgerschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  burgerschap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bur·ger·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burgerschap burgerschappen
verkleinwoord burgerschapje burgerschapjes

Zelfstandig naamwoord

hetburgerschapo

  1. (juridisch) een juridische band van een individu met een staat, waaraan bepaalde rechten en plichten verbonden zijn
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord burgerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.