burglary

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbɜːglərɪ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van burglar met het achtervoegsel -y.
enkelvoud meervoud
burglary burglaries

Zelfstandig naamwoord

burglary

  1. (juridisch) braak, inbraak
    «A native of Trinidad of no fixed place of abode was arrested over the holidays for the offence of burglary
    Een inwoner van Trinidad zonder vaste woonplaats werd gearresteerd tijdens de feestdagen wegens inbraak.
Synoniemen
  • housebreaking
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • anti burglary, anti-burglary
  • burglary insurance
Verwante begrippen
  • burglar
  • burglarious
  • burglariously
  • burglarise (VS)
  • burglarize (VK)
  • burglarproof
  • burgle
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.