cabin

Engels

  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Oudfranse cabane, wat verder valt te herleiden tot Latijn capanna.
enkelvoud meervoud
cabin cabins

Zelfstandig naamwoord

cabin

  1. cabine
  2. hut, houten optrekje
  3. (algemeen) kleine verblijfplaats
Synoniemen
vervoeging
onbepaalde wijs to  cabin 
he/she/it  cabins 
verleden tijd  cabined 
voltooid
deelwoord
 cabined 
onvoltooid
deelwoord
 cabining 
gebiedende wijs  cabin 

Werkwoord

cabin

  1. onovergankelijk in een kleine, besloten ruimte wonen of verblijven
  2. overgankelijk in een kleine, besloten ruimte opsluiten; insluiten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.