canoë

Niet te verwarren met: canoe

Frans

Uitspraak
  • IPA: /kanɔe/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Engelse canoe.
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  canoë     le canoë     canoës     les canoës  

Zelfstandig naamwoord

canoë m

  1. kano
    «Nous proposons des activités nautiques en canoë, kayak, raft, pour le loisir et la compétition.»
    Wij bieden activiteiten te water met kano, kajak of vlot, zowel voor recreatie als voor wedstrijden.
Afgeleide begrippen
  • canoéisme, canoéiste
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.