carnavalspiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: carnavalspiek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- car·na·vals·piek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carnavalspiek | carnavalspieken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de carnavalspiek v / m
- een verhoging van iets in de periode dat er carnaval gevierd wordt
- De carnavalspiek van inbraken is weer voorbij.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.