carnavalvakantie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  carnavalvakantie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • car·na·val·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord carnavalvakantie carnavalvakanties
verkleinwoord carnavalvakantietje carnavalvakantietjes

Zelfstandig naamwoord

decarnavalvakantiev

  1. een schoolvakantie rond de carnavalsdagen in het voorjaar
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord carnavalvakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.