carnavalvakantie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: carnavalvakantie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- car·na·val·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van carnaval zn en vakantie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carnavalvakantie | carnavalvakanties |
verkleinwoord | carnavalvakantietje | carnavalvakantietjes |
Zelfstandig naamwoord
de carnavalvakantie v
- een schoolvakantie rond de carnavalsdagen in het voorjaar
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord carnavalvakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.