casher
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ka.ʃɛʁ/
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
[B] casher
- (religie) koosjer
- (figuurlijk) (informeel) 'in de haak', ordentelijk, naar behoren
Schrijfwijzen
- cacher
- cawcher (zoals gespeld in 1867)
- câchère
Verwijzingen
- ↑ casher (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.