koosjer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koosjer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkoʃər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • koo·sjer
Woordherkomst en -opbouw
  • via Jiddisch  כּשר bn  (kosher) van Hebreeuws  כָּשֵׁר bn  (kasjeer), in de betekenis van ‘ritueel toegestaan’ aangetroffen vanaf 1765 [1] [2][3] [4] [5]
stellend
onverbogen koosjer
verbogen koosjere
partitief koosjers

Bijvoeglijk naamwoord

koosjer

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) (religie) ritueel geoorloofd, volgens joodse spijswetten (joodse godsdienstige voorschriften) bereid (dus voedsel zonder varkensvlees) en daarom geschikt voor consumptie
  2. 'in de haak'
    • volgens mij is dit zaakje niet helemaal koosjer 
    • Een jubileum waar niemand bij stil staat, verdient die naam misschien niet. Een herdenking met één deelnemer, dat klinkt niet koosjer. Toch grijp ik de gelegenheid, omdat het kinderboek dat precies 25 jaar geleden verscheen, met elke verhuizing mee mocht: Plinius Pinguïn (1990) van Boudewijn Büch (1948-2002), met tekeningen van Pauline Drost. [6] 
Schrijfwijzen
  • kousjer (Jiddisj Nederlands)
  • kosjer (variant in de officiële spelling tot 2006)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koosjer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.