cederhouten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cederhouten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ce·der·hou·ten
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen cederhouten

Bijvoeglijk naamwoord

cederhouten

  1. gemaakt van het hout dat afkomstig is van de cederboom
     De eerste eigenaar van het vandaag geveilde exemplaar bewaarde zijn aankoop in een cederhouten kistje. Toen hij overleed, kwam het in handen van een verzamelaar, die er net zo'n kistje voor bouwde.[1]
     Op deze plek waar Mohammed in een visioen ‘langs een ladder van licht’ naar de hemel klom, bouwde koning Salomon in de tiende eeuw voor Christus de eerste joodse tempel. Het moet een rechthoekig gebouw zijn geweest van uitgehouwen stenen en cederhouten balken.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord cederhouten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “2,4 miljoen voor Superman-debuut” (25-08-2014), NOS
  2. Weblink bron “Een smeulende vulkaan” (21/08/2009), HP de Tijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.