ceinture

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  ceinture    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

ceinture v

  1. (spreektaal) onthouding, abstinentie
    «Je te l’avais dit: ce weekend, c’est ceinture
    Ik had het je gezegd: dit weekend doen we het niet. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.