cenakel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cenakel (hulp, bestand)
- IPA: səˈnakəl
Woordafbreking
- ce·na·kel
Woordherkomst en -opbouw
- Latijn: cenaculum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cenakel | cenakels |
verkleinwoord | cenakeltje | cenakeltjes |
Zelfstandig naamwoord
het cenakel o
- zaal, met name bedoeld voor het houden van het avondmaal
- ruimte waar besloten vergaderingen gehouden worden
Gangbaarheid
- Het woord cenakel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cenakel" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.