chaussee

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chaussee    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʃoˈse/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • chaus·see
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chaussee chausseeën
chaussees
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dechausseev/m

  1. geplaveide route voor verkeer
     Talmend ging ik op weg. Het was al avond geworden, en de vijf kilometer lange weg langs de chaussee was niet zonder gevaar.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord chaussee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. chaussee op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron
    Margarete Ried
    Drie jaar Russische tolk in: Libertinage., jrg. 4 nr. 3 (1951), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 223
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.