chier
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Werkwoord
chier
- (spreektaal) schijten, poepen, kakken
- «Son sale cabot a chié partout dans ma piaule.»
- Die vieze ouwe hond van hem heeft mijn kamer ondergescheten.
- «Ça va chier!»
- Daar komt gelazer van!
- «Va chier!»
- Donder op! (letterlijk: Ga toch schijten!) [1]
- «Son sale cabot a chié partout dans ma piaule.»
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.