chinche

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈtʃiɲtʃe/
Woordafbreking
  • chin·che
enkelvoud meervoud
chinche chinches

Zelfstandig naamwoord

chinche v

  1. (halfvleugeligen) wants
  2. bedwants
  3. duimspijker
Synoniemen

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    chinchar

    chinche

    1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van chinchar
    2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van chinchar
    3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van chinchar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.