chronologisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chronologisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌxronoˈloɣis/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • chro·no·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen chronologischchronologischer-
verbogen chronologischechronologischere-
partitief chronologischchronologischers-

Bijvoeglijk naamwoord

chronologisch

  1. naar tijdstip gerangschikt
    • We hebben ons niet strikt aan de chronologische volgorde gehouden. 
    • Er werkten veel en uiteenlopende Rubensspecialisten mee, meer dan aan bijvoorbeeld het Rembrandt Research Project, waarmee het Antwerpse project vaak wordt vergeleken. McGrath: „Dat onderzoek was veel kleiner, werkte chronologisch en focuste ook meer op toeschrijving van.”[1] 
  2. tijdrekenkundig
Hyponiemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord chronologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Sabeth Snijders 18 mei 2016
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.