chronologisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: chronologisch (hulp, bestand)
- IPA: / ˌxronoˈloɣis / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- chro·no·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | chronologisch | chronologischer | - |
verbogen | chronologische | chronologischere | - |
partitief | chronologisch | chronologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
chronologisch
- naar tijdstip gerangschikt
- We hebben ons niet strikt aan de chronologische volgorde gehouden.
- Er werkten veel en uiteenlopende Rubensspecialisten mee, meer dan aan bijvoorbeeld het Rembrandt Research Project, waarmee het Antwerpse project vaak wordt vergeleken. McGrath: „Dat onderzoek was veel kleiner, werkte chronologisch en focuste ook meer op toeschrijving van.”[1]
- tijdrekenkundig
Hyponiemen
- antichronologisch, dendrochronologisch, niet-chronologisch
Antoniemen
Vertalingen
1. naar tijdstip gerangschikt
Gangbaarheid
- Het woord chronologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chronologisch" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Sabeth Snijders 18 mei 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.