cima

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈsi.ma/
Woordafbreking
  • ci·ma
enkelvoud meervoud
cima cimas

Zelfstandig naamwoord

cima v

  1. top, hoogtepunt, toppunt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.