top

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  top    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɔp/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • top
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bovenstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1130 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: akkoord!’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1704 [1] [2] [3]
  • [4] van Engels top
enkelvoud meervoud
naamwoord top toppen
verkleinwoord topje topjes

Zelfstandig naamwoord

detopm

  1. hoogste punt, (bovenste) uiteinde
     Geen tijd meer om van de top af te komen.[4]
  2. grootst mogelijke, hoogst bereikbare (topsnelheid, topsport)
  3. (bedrijfskunde) de leiding van een bedrijf, de directeur en of de topmanagers
  4. (natuurkunde) naam van een van de zes quarks waaruit protonen en neutronen zijn opgebouwd
  5. vergadering of bijeenkomst van leiders
     Mensenrechtenorganisaties en Egyptische activisten roepen de internationale delegaties die naar de top komen daarom op om zich kritisch uit te spreken over de schending van de mensenrechten in Egypte.[5]
Synoniemen
Antoniemen
Anagrammen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
4. naam van een van de zes quarks waaruit elementaire deeltjes zijn opgebouwd'
Uitdrukkingen en gezegden
  • Het zeil in top halen ( of voeren)
  • Op 'n top
  • tot in de toppen van zijn (haar) vingers
door en door, helemaal, geheel en al
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord top tops
verkleinwoord topje topjes

Zelfstandig naamwoord

detopm

  1. (kleding) kledingstuk

Tussenwerpsel

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als tussenwerpsel
top

  1. ik stem toe!
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
toppen

top

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toppen
    • Ik top. 
  2. gebiedende wijs van toppen
    • Top! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toppen
    • Top je? 

Gangbaarheid

  • Het woord top staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. 1 2 "top" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. top op website: Etymologiebank.nl
  3. top op website: Etymologiebank.nl
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  5. Weblink bron
    Freek Willems
    “Zin en onzin van klimaattop in Egypte: "Hoe kun je de toekomst van de planeet bespreken in een land dat zijn mensen opsluit, martelt en doodt"” (3 november 2022) op vrt.be
  6. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Duits

Bijvoeglijk naamwoord

top

  1. top

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  top (VS)    (hulp, bestand)

Bijvoeglijk naamwoord

top

  1. bovenste

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

top m

  1. (spreektaal) top, topniveau
    «Cette boîte, c'est le top des tops pour rencontrer des gonzesses.»
    Die danstent is absoluut top om vrouwen te ontmoeten. [1]
  2. (spreektaal) knap iemand, stuk
    «Linda est vraiment top
    Linda is echt een stuk. [1]

Verwijzingen

Middelengels

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

top

  1. top; hoogste punt
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Pools

Zelfstandig naamwoord

top

  1. (kleding) topje; veelal luchtig stuk bovenkleding, meestal voor vrouwen

Werkwoord

top

  1. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van topić

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tɔp/
Woordafbreking
  • top

Werkwoord

top

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord topit
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.