civilist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  civilist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ci·vi·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord civilist civilisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decivilistm

  1. (juridisch) jurist gespecialiseerd in het burgerlijk recht
    • Hij richt zich op strafzaken, in die tijd gezien als „in hoge mate intellectueel inferieur vergeleken met het civiele recht”, aldus Haenen. De civilisten noemen hun collega’s neerbuigend ’strafrechtboeren’. Moszkowicz ontdekt dat er genoeg cliënten zijn die kunnen en willen betalen voor bijstand in strafzaken. [2] 
    • Jaarlijks worden in de regio Amsterdam gemiddeld zes à zeven advocaten van het tableau geschrapt. Nu gaat het om een civilist, recent ging het ook om strafadvocaten. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord civilist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.