cliffhanger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cliffhanger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cliff·han·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘spanning door op een beslissend moment af te breken’ voor het eerst aangetroffen in 1981 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord cliffhanger cliffhangers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decliffhangerm

  1. (media) het creëren van suspense (spanning), door aan het slot van een aflevering van een TV-serie op een kritiek moment af te breken, waardoor men nieuwsgierig wordt naar het vervolg
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord cliffhanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.