clocher

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  clocher    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
clocher
clochais
cloché
eerste groep volledig

Werkwoord

clocher

  1. onovergankelijk niet kloppen, niet in orde/verkeerd zijn
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  clocher     le clocher     clochers     les clochers  

Zelfstandig naamwoord

clocher m

  1. (tijdrekening), (bouwkunde) klokkentoren
  2. (wiskunde) piek [2]
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.