coïncidentie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coïncidentie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·in·ci·den·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘samenloop van omstandigheden’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord coïncidentie coïncidenties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decoïncidentiev [3]

  1. het toevallig samenvallen van omstandigheden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord coïncidentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.