codex

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  codex    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·dex
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘handschrift’ voor het eerst aangetroffen in 1838 [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'caudex' (houtblok)
enkelvoud meervoud
naamwoord codex codices
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decodexm

  1. bewaard gebleven oud handschrift
  2. zangbundel van een studentenvereniging

Gangbaarheid

  • Het woord codex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.