comer

Portugees

enkelvoud meervoud
comer comeres

Zelfstandig naamwoord

comer

  1. eten
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
comer
comia
comido
volledig

Werkwoord

comer

  1. eten


Spaans

Uitspraak
  • IPA: /koˈmeɾ/
Woordafbreking
  • co·mer
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
comer
comía
comido
volledig

Werkwoord

comer

  1. onovergankelijk eten
  2. overgankelijk eten, opeten
  3. wegvreten, aantasten
Verwante begrippen
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.