compatibel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  compatibel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pa·ti·bel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verenigbaar’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • afgeleid van het Franse compatible (met het voorvoegsel com-) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen compatibelcompatibelercompatibelst
verbogen compatibelecompatibelerecompatibelste
partitief compatibelscompatibelers-

Bijvoeglijk naamwoord

compatibel [3]

  1. op elkaar aansluitend, met elkaar in overeenstemming te brengen, verenigbaar, samenpassend, uitwisselbaar, aansluitbaar
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord compatibel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.