compenseren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  compenseren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkɔmpɛnˈserə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • com·pen·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • met het achtervoegsel -eren van Frans  compenser ww , in de betekenis van ‘vereffenen’ voor het eerst aangetroffen in 1423 [1] [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
compenseren
compenseerde
gecompenseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

compenseren

  1. overgankelijk iets goed (proberen te) maken, terug in balans brengen
    • De oude fietser wist zijn verminderde snelheid te compenseren door langer door te fietsen. 
    • Een korte sluitertijd kun je compenseren met een groter diafragma of een lichtgevoeliger film. 
     Daardoor is ze volgens de rechter inderdaad "op het verkeerde been gezet", maar het algemeen belang weegt zwaarder. Daarbij speelt mee dat de gemeente heeft toegezegd dat ze financieel gecompenseerd zal worden.[4]
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord compenseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.