compromitteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: compromitteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·pro·mit·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verdacht maken’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
- afgeleid van het Franse compromettre (met het achtervoegsel -eren) of het Latijnse compromittere (met het voorvoegsel com-) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
compromitteren |
compromitteerde |
gecompromitteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
compromitteren [3]
- overgankelijk verdacht maken, blameren, in opspraak brengen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord compromitteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "compromitteren" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "compromitteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ compromitteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.