compromitteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  compromitteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pro·mit·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verdacht maken’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • afgeleid van het Franse compromettre (met het achtervoegsel -eren) of het Latijnse compromittere (met het voorvoegsel com-) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
compromitteren
compromitteerde
gecompromitteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

compromitteren [3]

  1. overgankelijk verdacht maken, blameren, in opspraak brengen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord compromitteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.