connectie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  connectie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·nec·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verbinding’ voor het eerst aangetroffen in 1720 [1]
  • Naamwoord van handeling van connecteren met het achtervoegsel -ie
  • afgeleid van het Latijnse 'con(n)exio' (met het voorvoegsel con-)
enkelvoud meervoud
naamwoord connectie connecties
verkleinwoord connectietje connectietjes

Zelfstandig naamwoord

deconnectiev

  1. iemand die men kent als deel van een persoonlijk netwerk
    • Hij heeft daar een aantal connecties. 
  2. geleidende verbinding
    • De connectie werd verbroken. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord connectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.