consolidatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: consolidatie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɔnsoliˈda(t)si / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- con·so·li·da·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van consolideren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consolidatie | consolidaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de consolidatie v
- versteviging, versterking
- (economie) het omzetten van een kortlopende schuld in een langlopende lening
- Consolidatie van de kortlopende schuld.
- (economie) het samenvoegen van de financiële resultaten van moeder- en dochtervennootschappen tot één geheel
- Een in de consolidatie opgenomen vennootschap.
- (juridisch) het bijwerken van een oorspronkelijke wetgevende tekst zonder een geheel nieuwe tekst op te stellen
- Bij de consolidatie van wetteksten gaat het om een zuiver declaratoire en informele vereenvoudiging van rechtsbesluiten.
- (medisch) het dikker worden of verstopt raken van weefsels
- Consolidatie van het longweefsel.
- (geologie) het afnemen van het volume en tegelijkertijd toenemen van de dichtheid van gesteente
- Deze gesteenten ontstaan door consolidatie van afgezette minerale stoffen.
Hyponiemen
- deconsolidatie
Afgeleide begrippen
- consolidatiefase, consolidatieproces
Gangbaarheid
- Het woord consolidatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "consolidatie" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.