consolidatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  consolidatie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkɔnsoliˈda(t)si/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • con·so·li·da·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord consolidatie consolidaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deconsolidatiev

  1. versteviging, versterking
  2. (economie) het omzetten van een kortlopende schuld in een langlopende lening
    • Consolidatie van de kortlopende schuld. 
  3. (economie) het samenvoegen van de financiële resultaten van moeder- en dochtervennootschappen tot één geheel
    • Een in de consolidatie opgenomen vennootschap. 
  4. (juridisch) het bijwerken van een oorspronkelijke wetgevende tekst zonder een geheel nieuwe tekst op te stellen
    • Bij de consolidatie van wetteksten gaat het om een zuiver declaratoire en informele vereenvoudiging van rechtsbesluiten. 
  5. (medisch) het dikker worden of verstopt raken van weefsels
    • Consolidatie van het longweefsel. 
  6. (geologie) het afnemen van het volume en tegelijkertijd toenemen van de dichtheid van gesteente
    • Deze gesteenten ontstaan door consolidatie van afgezette minerale stoffen. 
Hyponiemen
  • deconsolidatie
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord consolidatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.