coping

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coping    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·ping
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord coping
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decopingv/m

  1. de manier waarop iemand met problemen en stress omgaat
     Eerst wilde ik wat grapjes maken bij wijze van coping mechanisme, zoals: 'Dus nu is het vier jaar lang Groundhog Day?' en 'Life imitates fart.' Maar dat ga ik niet doen, want daarvoor is wat er gebeurt te ernstig.[1]
     Over de ware omvang van het probleem heerst nog onduidelijkheid. Er zijn geen schattingen van het aantal kinderen van priesters voorhanden. Vincent Doyle beweert dat zijn website Coping International, een forum waar kinderen van priesters steun kunnen zoeken bij elkaar, 50.000 gebruikers heeft in 175 landen.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord coping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
46 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “'Voor mijn pasgeboren kind is Trump de president'” (13 november 2016), Het Parool
  2. Weblink bron
    adp
    “Vaticaan bevestigt dat er richtlijnen zijn voor priesters met kinderen” (19/02/2019), De Standaard
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.