coronablog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coronablog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·ro·na·blog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coronablog coronablogs
verkleinwoord coronablogje coronablogjes

Zelfstandig naamwoord

coronablog m/o

  1. een op internet bijgehouden dagboek over de coronapandemie
    • De viroloog hield een coronablog bij. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'coronablog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.