coronabrandhaard
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coronabrandhaard (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·ro·na·brand·haard
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van corona en brandhaard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coronabrandhaard | coronabrandhaarden |
verkleinwoord | coronabrandhaardje | coronabrandhaardjes |
Zelfstandig naamwoord
de coronabrandhaard m
- (medisch) plaats waar een coronavirus zich snel verspreidt; m.n. gebruikt in verband met de coronapandemie van 2019-2020
- Na China, Zuid-Korea en Noord-Italië is nu Spanje een coronabrandhaard.
Gangbaarheid
- Het woord 'coronabrandhaard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.