corporatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: corporatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cor·po·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vakgenootschap’ voor het eerst aangetroffen in 1793 [1]
- afgeleid van het Franse corporation of daarvoor van het Latijnse 'corporatio' (met het voorvoegsel cor-)
- Naamwoord van handeling van corporeren met het achtervoegsel -atie
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | corporatie | corporaties |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de corporatie v
- belangenorganisatie van werkgevers en werknemers in dezelfde bedrijfstak
- samenwerkingsverband tussen vakgenoten
Synoniemen
- vakgenootschap, vakvereniging
Hyponiemen
- doelcorporatie, woningbouwcorporatie, woningcorporatie
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord corporatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "corporatie" herkend door:
| 94 % | van de Nederlanders; |
| 92 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "corporatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.