corporeel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: corporeel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cor·po·reel
Woordherkomst en -opbouw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | corporeel | corporeler | corporeelst |
| verbogen | corporele | corporelere | corporeelste |
| partitief | corporeels | corporelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
corporeel [2]
- lichamelijk
- met betrekking tot een corps
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord corporeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "corporeel" herkend door:
| 47 % | van de Nederlanders; |
| 59 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ corporeel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.