corps

Niet te verwarren met: korps

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  corps    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔːr/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • corps
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord corps corpora
corpsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetcorpso

  1. besloten, traditionele studentenvereniging
  2. (oenologie) sterkte van smaak en geur van een bepaalde wijn
  3. verouderde spelling of vorm van korps in de betekenis "(typografie) maat van lettertype" tot 1996
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord corps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  corps    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔʁ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontwikkeld uit Oudfrans cors, uit Latijn corpus, aangetroffen sinds de 9e eeuw. [1]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  corps     le corps     corps     les corps  

Zelfstandig naamwoord

corps m

  1. (anatomie) lichaam
  2. (anatomie) lichaam zonder de ledematen
  3. (meetkunde) lichaam
  4. lichaam, organisatie, vereniging, e.d.
  5. (militair) corps
Afgeleide begrippen
  • corser

Verwijzingen

  1. Weblink bron corps in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.