cough

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  cough    (hulp, bestand)
vervoeging
onbepaalde wijs to  cough 
he/she/it  coughs 
verleden tijd  coughed 
voltooid
deelwoord
 coughed 
onvoltooid
deelwoord
 coughing 
gebiedende wijs  cough 

Werkwoord

cough

  1. onovergankelijk hoesten
    «He coughed heavily.»
    Hij hoestte zwaar.


enkelvoud meervoud
cough coughs

Zelfstandig naamwoord

cough

  1. hoest, het hoesten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.